Gevalletje Beets

Mijn vader zei vroeger altijd: 'Een mens lijdt in 't algemeen het meest, door het lijden dat men vreest, maar dat nooit op komt dagen.' Laatst kwam ik er achter, dat dit een uitspraak van Nicolaas Beets is. Vannacht moest ik daar ineens weer aan denken. Gisteravond had Hans, van de reisleiding, de snelle dalers gewaarschuwd voor de afdaling die we aan het einde van de dag zouden hebben. Er zaten een aantal tunnels in, die onverlicht zouden zijn en waarvan eentje een bocht had. Of we daar even ons gemak wilden houden. Nou wist ik al een paar dagen dat die tunnels er aan zaten te komen. En ik ben geen held in tunnels. Op de een of andere manier voel ik me daar zo unheimisch. De geur, de geluiden, het druppende water, de galm van auto's waarvan je niet kunt horen of ze van voor of van achteren komen... Nee. Ik word er een beetje claustrofobisch van. Harmen had uit voorzorg al een mooi fietslampje voor me geregeld. Zodat ik in ieder geval iets zou kunnen zien in die enge tunnels. Maar ja, na het verhaal van Hans had ik dus geen oog dicht gedaan. Ook al dacht ik aan wat mijn vader altijd zei. Dat het vast mee zou vallen. 

Vanochtend werd dat alles enorm gerelativeerd door het nieuws dat een van de mede-fietsers net naar het ziekenhuis was gebracht vanwege een hartritmestoornis. Dan denk je: waar maak ik me eigenlijk druk om. Die tunnel kom ik heus wel door. 

Maar in de loop van de dag, toen ik eenmaal op de fiets zat, drong de gedachte zich toch af en toe weer aan me op. En ik heb een grote fantasie. Die tunnels, ze werden met het uur enger en donkerder en kronkeliger. Tijdens de klim van de Stelvio had ik het even te druk met trappen, bochten tellen, uitrekenen hoeveel kilometers, hoeveel hoogtemeters er nog te gaan waren. En wat voor percentages ik dus nog verwachten kon. En hoe zeer mijn benen deden. 

Het uitzicht vergoedde trouwens veel. Wat een mooie klim. Wat een uitzicht. Die sneeuw, de bergen, de haarspeldbochten die je ongeveer vanaf bocht 22 boven je ziet liggen. De bochten die je ziet als je even over het randje naar beneden kijkt. Waanzinnig! Maar bij de bocht met bordje nummer één, waar René al klaar lag voor een mooie foto, kon ik nog maar aan één ding denken. Ik dacht: ik stap in het busje. Zo moe en dan ook nog die tunnels, ik trek het niet. 

Maar gelukkig wist Harmen mij over te halen toch de afdaling in te gaan. Hij zou bij me blijven. En dat deed hij! Af en stopten we even om van het prachtige uitzicht te genieten. En toen kwamen we dus bij die tunnels, waar ik me al die weken druk om had gemaakt. En mijn vader had postuum toch weer gelijk. Ze vielen reuze mee, waren half open of verlicht, en die bocht, die was eigenlijk heel flauw. Ik had me gewoon weer eens druk gemaakt om niks. 
Dus voor iedereen die overweegt de Stelvio te gaan beklimmen: Doen! Het is een zware maar prachtige klim. Ik heb zelden zo'n mooi uitzicht gehad onderweg. En die tunnels, die zijn dus gewoon appeltje-eitje. Echt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Mogelijk gemaakt door Blogger.