Leven als een god in Frankrijk. Dat klinkt leuk. Maar het zal je taak
maar zijn. Elke ochtend moet Claude voor het ontbijt de deur uit. Naar
de boulangerie lopen om het dagelijkse bacquetje te halen. Een praatje
maken op de hoek met Jean-Jacques, Alain of Mathilde. Een espressootje
drinken bij Marcel in het enige café dat het dorp rijk is. Lekker is de
koffie er eigenlijk niet, maar hij moet
het er mee doen. Thuisgekomen trekt hij zijn versleten oude mannenbroek
aan, hijst de uitgelubberde bretels over een bloesje dat ooit wit is
geweest en sloft de stoffige straat op. De zepige geur van lavendel
ruikt hij al lang niet meer. Hij woont zijn hele leven al tussen die
paarse velden. Na een paar pogingen krijgt hij het oude verroeste
trekkertje weer aan de praat. Langzaam hobbelt hij over een paar
slingerende weggetjes naar een stukje grond verderop. Daar staan een
stuk of twintig olijfbomen zilverig in de zon te zinderen. Na wat
halfbakken onderhoud aan de boomgaard opent Claude de deur van het oude
caravannetje dat in een hoekje van de akker staat. Hij pakt een glas,
trekt de kurk van de fles en neemt een welverdiende, donkerrode slok.
Even overweegt hij, om een klein dutje te doen. Maar dan loopt hij wel het risico, dat ik langs fiets zonder dat ik hem zie. En dat mag natuurlijk niet. Als ik langskom, moet hij aan het werk zijn tussen de bomen. Of op zijn minst zichtbaar onder een boom zitten, alsof hij net even uitrust van het harde werken. Claude zucht en schuifelt de caravan weer uit, zijn baret ver over zijn ogen trekkend tegen het felle licht. Het is hard werken, om het er zo uit te laten zien, dat het leven als een god in Frankrijk leuk en relaxed is. De grootste uitdaging zit hem in het vinden van de juiste mensen. In het kleine dorpje waar ik deze zomer op vakantie ga, is dat elk jaar een groter probleem. Vorig jaar heeft de burgemeester besloten dat er op kerstavond lootjes worden getrokken. Op die manier is bepaald wie er dit jaar verantwoordelijk zijn voor het authentieke Frankrijk-gevoel in mijn vakantie. Dit jaar is het lot gevallen op Claude, Alain, Jean-Jacques en Mathilde. Tijdens de lange, koude winteravonden hebben ze uren zitten vergaderen in het plaatselijke café. Ze hebben heel wat moeten overleggen, om hun werkroosters te kunnen afstemmen op hun nieuwe taken. Uiteindelijk, na verhitte en soms ellenlange discussies zijn de rollen onderling verdeeld.
De grote uitdaging zit hem, in het op de juiste tijd op de juiste plaats zijn. Het schema voor mijn vakantie is van minuut tot minuut vastgelegd, alle taken zijn beschreven in uitvoerige schema's. Mathilde houdt op dinsdag, donderdag en zaterdag het bakkertje open. Jean-Jacques en Claude halen die dagen hun stokbrood. Ze zetten voor deze gelegenheid hun oudste baretten op en lopen langzaam, alsof ze alle tijd van de wereld hebben. Rolland en Pierre nemen de andere dagen voor hun rekening. Ze houden goed in de gaten wanneer ik wakker word, want het heeft natuurlijk geen zin om naar de bakker te lopen als ik ze toch niet zie. Op de dagen dat de mannen geen brood hoeven te halen kunnen ze zelf kiezen of ze op een bankje buiten willen zitten praten, of op een kruk in het café. Zolang het maar op de route is, waar ik langs fiets. Ik moet ze wel kunnen zien. En niet de laatste croissant aux amandes kopen hoor, die is voor mij. En als ik ga fietsen, wel op tijd dat oude trekkertje bij grand-père uit de schuur halen hè, en het ergste stof er even af, zodat het wel lijkt alsof jullie dat oude kreng het hele jaar gebruiken. Om het over het organiseren van de vele markten en fêtes nog maar niet te hebben.
Twee of drie enorm stressvolle weken zijn het, elk jaar weer. Want hoe goed ze van te voren hun schema ook hebben gemaakt, het loopt altijd anders dan gepland. Want ik, ik heb vakantie. Dus ik houd me lang niet altijd aan het tot in de puntjes uitgewerkte schema. Dan moet er snel geïmproviseerd worden. Maar dat kunnen ze gelukkig goed. Ze zijn niet voor niks beroemd om de Franse slag.
Buiten mijn vakantieperiode om, is het heel rustig in dat kleine dorpje in Frankrijk. Saai zou je het ook kunnen noemen. Claude, Jean-Jacques en Mathilde wonen in een dal, waar in de winter de hele dag een mistige waas tussen de bergen blijft hangen. Waar niks opzienbarends gebeurt. Alleen de mistral teistert af en toe de gemoederen. Geen wonder dat ze het tussen de middag al op een drinken zetten. Het is echt afzien, leven als een god in Frankrijk. Maar ze houden vol, voor mij. Want die weken dat ik door Frankrijk rijd, loop en fiets, moet ik toch wat te zien hebben? Een oud mannetje op een bankje, dat zijn drie tanden bloot lacht als ik langs fiets en hem vriendelijk groet. Dat versgebakken croissantje bij de boulangerie. De rauwmelkse franse kaas, het liefst authentiek en uit de regio.
Lieve
Claude, Jean-Jacques, Alain, Pierre, Rolland, Mathilde, en alle andere
mensen in de kleine Franse dorpjes die dit jaar de pech hadden het lot
te trekken, en mij moesten voorzien van een authentiek Frankrijk-gevoel:
ik weet dat het weer afzien was dit jaar. Ik weet dat jullie niet
altijd zin hadden in het organiseren van de wekelijkse brocante markten
of de vide greniers. Ik realiseer me dat het niet mee valt om die kleine
restaurantjes waar ik zo graag kom eten, draaiende te houden. Dat het
een enorm gedoe is om dit alles voor mij te regelen. Dat het eigenlijk
helemaal niet uit kan. Daarom wil ik bij deze laten weten dat ik jullie
inzet enorm waardeer. Ook dit jaar heb ik er weer bijzonder van
genoten. Mijn dank is groot.
Even overweegt hij, om een klein dutje te doen. Maar dan loopt hij wel het risico, dat ik langs fiets zonder dat ik hem zie. En dat mag natuurlijk niet. Als ik langskom, moet hij aan het werk zijn tussen de bomen. Of op zijn minst zichtbaar onder een boom zitten, alsof hij net even uitrust van het harde werken. Claude zucht en schuifelt de caravan weer uit, zijn baret ver over zijn ogen trekkend tegen het felle licht. Het is hard werken, om het er zo uit te laten zien, dat het leven als een god in Frankrijk leuk en relaxed is. De grootste uitdaging zit hem in het vinden van de juiste mensen. In het kleine dorpje waar ik deze zomer op vakantie ga, is dat elk jaar een groter probleem. Vorig jaar heeft de burgemeester besloten dat er op kerstavond lootjes worden getrokken. Op die manier is bepaald wie er dit jaar verantwoordelijk zijn voor het authentieke Frankrijk-gevoel in mijn vakantie. Dit jaar is het lot gevallen op Claude, Alain, Jean-Jacques en Mathilde. Tijdens de lange, koude winteravonden hebben ze uren zitten vergaderen in het plaatselijke café. Ze hebben heel wat moeten overleggen, om hun werkroosters te kunnen afstemmen op hun nieuwe taken. Uiteindelijk, na verhitte en soms ellenlange discussies zijn de rollen onderling verdeeld.
De grote uitdaging zit hem, in het op de juiste tijd op de juiste plaats zijn. Het schema voor mijn vakantie is van minuut tot minuut vastgelegd, alle taken zijn beschreven in uitvoerige schema's. Mathilde houdt op dinsdag, donderdag en zaterdag het bakkertje open. Jean-Jacques en Claude halen die dagen hun stokbrood. Ze zetten voor deze gelegenheid hun oudste baretten op en lopen langzaam, alsof ze alle tijd van de wereld hebben. Rolland en Pierre nemen de andere dagen voor hun rekening. Ze houden goed in de gaten wanneer ik wakker word, want het heeft natuurlijk geen zin om naar de bakker te lopen als ik ze toch niet zie. Op de dagen dat de mannen geen brood hoeven te halen kunnen ze zelf kiezen of ze op een bankje buiten willen zitten praten, of op een kruk in het café. Zolang het maar op de route is, waar ik langs fiets. Ik moet ze wel kunnen zien. En niet de laatste croissant aux amandes kopen hoor, die is voor mij. En als ik ga fietsen, wel op tijd dat oude trekkertje bij grand-père uit de schuur halen hè, en het ergste stof er even af, zodat het wel lijkt alsof jullie dat oude kreng het hele jaar gebruiken. Om het over het organiseren van de vele markten en fêtes nog maar niet te hebben.
Twee of drie enorm stressvolle weken zijn het, elk jaar weer. Want hoe goed ze van te voren hun schema ook hebben gemaakt, het loopt altijd anders dan gepland. Want ik, ik heb vakantie. Dus ik houd me lang niet altijd aan het tot in de puntjes uitgewerkte schema. Dan moet er snel geïmproviseerd worden. Maar dat kunnen ze gelukkig goed. Ze zijn niet voor niks beroemd om de Franse slag.
Buiten mijn vakantieperiode om, is het heel rustig in dat kleine dorpje in Frankrijk. Saai zou je het ook kunnen noemen. Claude, Jean-Jacques en Mathilde wonen in een dal, waar in de winter de hele dag een mistige waas tussen de bergen blijft hangen. Waar niks opzienbarends gebeurt. Alleen de mistral teistert af en toe de gemoederen. Geen wonder dat ze het tussen de middag al op een drinken zetten. Het is echt afzien, leven als een god in Frankrijk. Maar ze houden vol, voor mij. Want die weken dat ik door Frankrijk rijd, loop en fiets, moet ik toch wat te zien hebben? Een oud mannetje op een bankje, dat zijn drie tanden bloot lacht als ik langs fiets en hem vriendelijk groet. Dat versgebakken croissantje bij de boulangerie. De rauwmelkse franse kaas, het liefst authentiek en uit de regio.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten