Van Genève naar Nice - de kick van het klimmen



De kick van het klimmen...

Vaak kijken mensen je een beetje niet-begrijpend aan als je vertelt te gaan fietsen in de bergen tijdens je vakantie. 'Dat is toch geen vakantie?' zeggen ze dan. Vandaag heb ik daar, terwijl ik de Col de Telegraphe en de Col de Galibier (juist ja, die uit de Tour de France) aan het beklimmen was, over zitten mijmeren. Want dat is dus een van die dingen die heel goed gaan op de fiets.

Wat is er nu zo leuk aan het fietsen tegen een berg op? Soms niets. Maar vandaag was het geweldig, ondanks dat het bar koud was. Het heeft iets te maken met overwinnen, van de berg, maar ook van jezelf. Je staat onderaan zo'n Col en je weet: vanaf nu is het gewoon 12 (Telegraphe) of 17 (Galibier) km afzien. En toch ga je. Want je wilt omhoog. Die berg is wel groter dan jij, maar je kunt hem toch bedwingen. Langzaam gaan de meters berg onder je door. Omwenteling voor omwenteling komt het volgende kilometerpaaltje dichterbij. En dan zie je: nog 7km te gaan, de komende kilometer gemiddeld(!) 9%. Maar je gaat door. Want je moet, je wilt omhoog. Af en toe komt er in een bocht ineens een snijdend koude wind om de berg zetten, die je de adem bijna beneemt. Maar dat is niet het enige. Ook de uitzichten die je hebt zijn vaak adembenemend. Je krijgt soms een blik op het dorpje in het dal, waar je vandaan komt, en dat lijkt al zo ver weg... Je kijkt omhoog, en ziet ruwe, stenige bergen, met hier en daar zelfs sneeuw. De temperatuur daalt langzaam, vandaag zelfs naar een graad of vijf, maar al klimmend heb je daar nog geen last van. Je werkt jezelf wel warm. De benen gaan zeer doen, je voelt je knieën, je bovenbenen, je hamstrings en niet nader te benoemen delen van je lijf die zich op het zadel bevinden. Nog twee kilometer... Het is inmiddels echt koud! Je kijkt naar boven en ziet de pas in de verte liggen. Er lijkt geen eind aan te komen. Je kijkt naar beneden en weer heb je dat waanzinnige uitzicht, waarin je je een nietig klein poppetje voelt, dat zich om wat voor reden dan ook hier omhoog worstelt. De laatste kilometer is de zwaarste, niet alleen qua percentage, maar ook mentaal. Want je bent er immers bijna, maar nog niet helemaal. En zonder dat laatste stukje heb je niets. Omdat je bijna gedachtenloos blijft doortrappen -fietsen heeft soms bijna iets meditatiefs- kom je uiteindelijk op het hoogste punt. Er staan al een paar mensen te bibberen, maar ook te juichen. Na traditiegetrouw een foto voor het bord van de Col te hebben genomen, weet je niet hoe snel je bij het volgbusje je warmere kleren aan moet doen en kun je aan de afdaling beginnen. Dat is natuurlijk ook mooi, en sinds ik mijn hoogtevrees redelijk heb overwonnen kan ik daar zelfs van genieten. In de afdaling rust je uit, de enige lichaamsdelen waar je last van hebt zijn je handen, want die verkrampen van de kou en van het remmen. Maar toch: ik klim liever. Het bedwingen van zo'n enorme berg geeft een enorme kick. Bij het biertje op het terras in de zon bij het hotel is de pijn alweer vergeten. Maar de kick blijft. Vandaag heb ik de Col de Telegraphe èn de Col de Galibier bedwongen. Morgen is het rustdag. En vrijdag, dan wachten de volgende Cols op ons. Ik heb er al bijna weer zin in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Mogelijk gemaakt door Blogger.